1780-1789
De Vierde Nederlands-Engelse Oorlog breekt uit van 1780 tot in 1784 de Vrede van Parijs wordt getekend. Nederland is de duidelijke verliezer. Voor het eerst in tijden is er weer sprake is van een absolute achteruitgang; de oorlog heeft gezorgd voor zware economische schade aan het land.
Tijdens en na de oorlog keert een gedeelte van het land zich tegen de Stadhouder, op dit moment Willem V van Oranje-Nassau. De al enkele decennia bestaande vaderlandscultus slaat om in een fel nationalisme, waarvan de aanhangers zich patriotten noemen. Zij vinden de orangisten tegenover zich die zichzelf ook wel ouderwetse patriotten noemen om te benadrukken dat ook voor hen de vaderlandsliefde van groot belang is. Willem V wordt door de patriotten gezien als een incapabele heerser wiens besluiteloosheid een gevaar voor het land vormt en wiens hang naar absolute macht ingeperkt dient te worden. De patriottenbeweging wordt dit decennium steeds populairder.
Met de verloren oorlog groeit de onvrede over de stadhouder, maar ook over de regenten. Willem V vertrekt in 1785 uit Holland uit onvrede over de acties van de patriotse Staten van Holland. Daarmee geeft hij de patriotten in Holland nog meer ruimte.
In steeds meer Hollandse steden worden oranjegezinde regenten uit de vroedschappen geweerd door patriotten. Beide zijden hebben moderne varianten van schutterijen opgericht, patriotse exercitiegemeenschappen en orangistische vrijcorpsen. De situatie stevent af op een burgeroorlog en er vinden meerdere gevechten plaats tussen de twee facties.
In 1787 worden met hulp van legers uit Engeland en Pruisen de patriotten teruggedrongen en verslagen en keert Willem V terug naar Den Haag. Vele patriotten worden gevangengenomen of vluchten naar Noord-Frankrijk. Het stadhouderschap wordt deels omhoog gehouden door de Engelse en Pruissische steun.
In 1789 breekt in Frankrijk de Revolutie uit, met grootschalige gevolgen voor Frankrijk en Europa. Koningin-Regent Charlotte van Engeland grijpt deze situatie aan om permanent een einde te maken aan de slavernij en de ongelijkheid van mensen van niet-Europese afkomst. In de jaren die volgen gebruikt ze haar grote invloed om die verandering in heel Europa af te dwingen en vóór het einde van de eeuw het permanent verleden tijd te maken.
1790-1799
In januari 1790 verklaren de Oostenrijkse Nederlanden, die sinds 1715 tot het Habsburgse rijk behoorden, zichzelf onafhankelijk als de Verenigde Nederlandse Staten. Dit houdt nog geen jaar stand; in december van hetzelfde jaar wordt het gebied weer ingelijfd onder keizerlijk Oostenrijks gezag.
De Franse Revolutie raast voort en resulteert in het afzetten van de koning en de Franse adel. Meerdere keren leek de revolutie op het punt te staan de strijd tegen de monarchie te verliezen, maar in 1792 wordt koning Lodewijk XVI permanent uit zijn ambt ontzet, het koningsschap opgeheven en de Franse Republiek gesticht. Op 21 januari 1793 wordt ‘burger’ Louis Capet middels de guillotine geëxecuteerd. In oktober van dat jaar volgt hetzelfde lot voor zijn vrouw Marie-Antoinette, evenals vele duizenden anderen edellieden, tegenstanders, revolutionaire politici en gewone burgers. De Franse Republiek staat onder leiding van Maximilien de Robespierre en Louis Antoine de Saint-Just, die een waar schrikbewind voeren totdat zij in 1794 worden gearresteerd en terechtgesteld. In deze periode wordt ook in Frankrijk de slavernij afgeschaft.
In 1792 wordt de West-Indische Compagnie permanent opgeheven.
In 1793 verklaart de Franse Republiek de oorlog aan Koning George III van Engeland en Stadhouder Willem V en valt het Franse revolutionaire leger de Zuidelijke Nederlanden, die ze snel veroveren. Het leger stoot vervolgens verder door naar het noorden en weet eind 1794 en in de eerste weken van 1795 het grootste gedeelte van de Republiek der Zeven Nederlanden te bezetten. Stadhouder Willem V vlucht naar Engeland en op 19 januari 1795 wordt de Bataafse Republiek als Franse vazalstaat uitgeroepen.
Vele van de een decennia eerder gevluchte patriotten keren terug naar de Nederlanden. De orangisten lijken politiek uitgespeeld. In de jaren die volgen wordt er een democratische volksvertegenwoordiging verkozen, de Nationale Vergadering. Er wordt ook een grondwet opgesteld, de Staatsregeling van 1798. Wel moest de Bataafse Republiek grote sommen geld en delen van de Zuidelijke Nederlanden afstaan aan Frankrijk zodat deze hun autonomie zou erkennen, terwijl de Nederlanden amper economisch hersteld waren van de eerdere oorlogen. Ook moeten ze een groot leger (ongeveer 25.000 man) van onderdak en eten voorzien.
In 1798 breekt ook de Tweede Coalitieoorlog uitgebroken en in de zomer van 1799 wordt de Bataafse Republiek opnieuw strijdtoneel. Een gecombineerd Brits-Russisch leger valt Noord-Holland binnen en probeert de Fransen uit de Republiek te jagen met als doel Willem V weer te herstellen in zijn stadhouderschap, maar ze worden bij de Slag bij Castricum verslagen.
In november 1799 grijpt Napoleon met steun van enkele anderen de macht in Frankrijk en wordt benoemd tot eerste consul. In de jaren die volgen breidt hij langzaam zijn macht uit, tot hij zichzelf in 1804 uitroept tot Keizer van Frankrijk.
1800-1806
Onder druk van Napoleon wordt er in 1801 een grondwetswijziging doorgevoerd, waarmee een groot aantal van de artikelen uit de Staatsregeling van 1798 worden gewijzigd. Ook wordt de Bataafse Republiek officieel opgeheven en vervangen door de Bataafse Gemenebest, al wordt het land in de volksmond en zelfs in officiële stukken nog steeds vaak de Bataafse Republiek genoemd.
In 1802 wordt de Vrede van Amiens getekend tussen Frankrijk (en daarmee de Bataafse Gemenebest) en Engeland, maar deze houdt niet lang stand en amper een jaar later raken beide landen weer met elkaar slaags.
Eind 1801 schrijft de gewezen stadhouder Willem V dat hij de legitimiteit van de Bataafse Republiek erkent en dat hij in ruil voor een schadeloosstelling afstand zal doen van zijn rechten als erfstadhouder en van zijn bezittingen in de Nederlanden. De familie Van Oranje-Nassau wenste in eerste instantie een bedrag van 117 miljoen gulden, evenals een territoriale compensatie van grote gebieden in het Duitse Rijngebied. De Republiek wilde echter niet betalen en ook Engeland vond een financiële tegemoetkoming onnodig, een compensatie in de vorm van grond volstond voor de Britten. In 1802 wordt dan ook tussen Napoleon en Pruisen overeengekomen dat het Huis van Oranje het vorstendom Nassau-Oranje-Fulda toegekend krijgt, enkele honderd kilometers ten oosten van de Republiek. Willem V geeft dit aan zijn zoon, de erfprins; zelf had hij zich teruggetrokken op Slot Oranienstein nabij Dietz. De Bataafse Republiek komt in 1804 uiteindelijk toch zelf overeen het Huis van Oranje te compenseren met 12 miljoen gulden, maar onder druk van Napoleon gaat dit niet door.
Het land klimt langzaam op uit het economische dal. In 1804 begint Rutger Jan Schimmelpenninck op verzoek van Napoleon aan het schrijven van een nieuwe grondwet voor de Bataafse Gemenebest, wat hij in 1805 afrondt. In april van dat jaar wordt hij door Napoleon aangesteld als Raadpensionaris van de republiek en voert in korte tijd, bijgestaan door Alexander Gogel, enkele zeer belangrijke hervormingen door die zwaar op de bevolking drukken. Gogel weet een nieuw belastingstelsel door te drukken. Er komt accijns op zout, zeep, turf, alcoholische dranken, graan, meel en vlees. Er wordt een grondbelasting ingevoerd, een kadaster, personele belasting op bedienden, paarden en meubels. Schimmelpenninck’s secretaris van Staat voor Onderwijs, Hein van Stralen, voert een nieuwe onderwijswet in met overheidssteun aan het openbaar onderwijs.
(oc: let op komende paragraaf is alternatieve geschiedenis)
De zomer van 1805 verloopt broeierig en de gemoederen onder de bevolking lopen hoog op. Er gaat een golf van geestdrift door het land en in vele oranjegezinde harten begint het idee te leven dat als ze nu niet iets doen, het land verloren zal gaan. Begin september trekken grote groepen bewapende mannen vanuit het hele land naar Den Haag. Het impromptu kleine leger bestaat uit restanten van de vroegere vrijcorpsen en hier en daar een Bataafse militair die liever de terugkeer van de erfprins ziet. Hun doel is Den Haag binnen te dringen, Schimmelpenninck en de secretarissen van de Staat gevangen te nemen en hopelijk daarmee het volk op te zwepen de Fransen het land uit te gooien, waarna de erfprins weer zijn rechtmatige plek in kan nemen. Met behulp van een in de buurt gestationeerd Franse legereenheid wordt de opstand bloedig neergeslagen en kost vele mannen het leven.
Door onvrede van de Fransen over het beleid van Schimmelpenninck wordt hij in juni 1806 afgezet als Raadpensionaris. Een Nederlandse delegatie stuurt – onder druk van de Fransen – een formeel verzoek tot vervanging van de Raadpensionaris. Op 5 juni 1806 wordt de jongere broer van Keizer Napoleon, Lodewijk Napoleon, gekroond tot Koning van Holland. Daarmee kwam ook het einde aan de republiek, een staatsvorm dat al sinds de 16e eeuw in verschillende vormen stand had gehouden in de Nederlanden. Een gedeelte van het volk is niet blij om plotseling in een monarchie te wonen.
Er is nog weinig bekend over de nieuwe Koning, die kort na zijn kroning wel al heeft aangegeven zijn nieuwe taak erg serieus te nemen. Met dat doel zijn er taaldocenten ontboden zodat de Koning kan proberen de Nederlandse taal machtig te worden. Ook wordt er gewerkt aan weer een nieuwe grondwet voor dit nieuwe koninkrijk. Wat zal de toekomst brengen?